wijnreis italië

Een wijnreis in Italië, dat is echt iets bijzonders. Je loopt tussen de wijngaarden, de zon op je gezicht, een glas wijn in je hand. Het uitzicht om je heen: heuvels, olijfbomen, misschien een klein dorpje in de verte. En overal die geur van druiven. Dat is Italië op z’n best.

Het mooie aan zo’n wijnreis is dat het veel meer is dan alleen maar wijn drinken. Je proeft natuurlijk geweldige wijnen, maar je leert ook de verhalen erachter kennen. Hoe de wijn wordt gemaakt, wie de mensen zijn die de wijngaarden al generaties lang beheren. Het voelt heel echt en persoonlijk. En dat terwijl je ondertussen geniet van prachtige landschappen en heerlijk eten.

Italië heeft veel mooie wijnregio’s, en elke regio heeft weer eigen mooie dingen.

Toscane: Dit is misschien wel de bekendste wijnstreek. Hier komen de Chianti en Brunello vandaan. Het landschap is klassiek Italiaans: heuvels, cipressen en oude dorpjes. Je kunt hier dagen rondrijden en steeds weer iets nieuws ontdekken.

Piemonte: Iets minder toeristisch dan Toscane, maar net zo mooi. Hier vind je de Barolo, een stevige rode wijn. En als je een wijnliefhebber bent, is Barolo proeven bijna een must. De regio ligt vlakbij de Alpen, dus dat zorgt ook voor prachtige uitzichten.

Veneto: In het noordoosten van Italië, waar je naast wijn ook mooie steden als Verona en Venetië vindt. Hier drink je Amarone, een rijke rode wijn, of je gaat voor een frisse Prosecco. Perfect voor als je ook wat cultuur en stadjes wilt meepakken.

Sicilië: Helemaal in het zuiden, met zijn eigen, unieke wijnen. Denk aan de Nero d’Avola of Etna-wijnen, die door de vulkanische grond een bijzondere smaak hebben. Sicilië zelf voelt ook anders aan dan de rest van Italië: ruiger, een tikje wilder.

Natuurlijk draait het vooral om de wijn. Hier een paar voorbeelden van wat je kunt verwachten:

Chianti Classico uit Toscane: Een wijn die vaak wat kruidig is, met veel rood fruit.

Barolo uit Piemonte: Deze wijn is stevig, iets wat je goed bij eten kunt drinken, zoals vlees of kaas.

Prosecco uit Veneto: Lichter, bruisend, en perfect als je iets fris wilt.
Nero d’Avola uit Sicilië: Vol en krachtig, vaak met tonen van donker fruit.

Je gaat niet alleen maar wijn proeven. Er zijn zoveel andere dingen te doen:

Bezoek wijngaarden: Vaak krijg je een rondleiding en zie je hoe de wijn wordt gemaakt, van druif tot fles. Superinteressant om te zien hoe dat werkt.

Kookcursus: Leren hoe je een Italiaanse maaltijd maakt, van pasta tot dessert. En daarna eet je het natuurlijk op, met een goed glas wijn erbij.

Stadjes bezoeken: Italië barst van de historische steden. Florence, Siena, Verona – ze liggen vaak op rijafstand van de wijngaarden. Perfect voor een dagje cultuur.

Fietsen door de wijngaarden: Lekker actief bezig zijn, en ondertussen genieten van het landschap. Veel wijnhuizen liggen op mooie fietsroutes.

Overnachten op een agriturismo: Dit zijn boerderijen of landgoederen waar je kunt verblijven. Je hebt vaak uitzicht over de wijngaarden en je eet er vers eten, rechtstreeks van het land.